Israel en de Volken, Isaac Da Costa

Isaac Da Costa (1798-1860) vormt een bijzonder persoon wanneer hij geplaatst wordt in de tijd na het afsluiten van het tijdperk van de Reformatie en in het begin van de Revolutie in Europa die sinds 1789 vorm kreeg. Hij maakt een hoogst opmerkelijke verschijning als spirituele zoon van Willem Bilderdijk door zich het lot van het Joodse volk aan te trekken en dit onder de aandacht brengt binnen de behouden (orthodoxe) protestantse kerk. Door zijn bijzondere geestelijke verlichting genoot hij het vertrouwen van velen en kreeg hij een belangrijke plaats in de lijn van de leraars van de Kerk.

Samen met Abraham Capadose trokken ze beiden extra aandacht omdat zij Joods waren. Ze leefden in de periode die het Reveil genoemd werd. Juist deze mensen, maar met name Da Costa werden door Willem Bilderdijk die de vader van het Reveil genoemd werd, als zijn zonen beschouwd. Deze opwekking, dat reveil luidde een heel andere tijd in. Wereldwijd gebeurden er opwekkingen in het begin van de 19e eeuw. De bijzondere samenval daarbij was de grote veranderingen die het Joodse volk onderging. Ten tijde namelijk van de Franse Revolutie en daarna kregen de Joden in Europa voor het eerst sinds de val van Jeruzalem gelijke rechten als andere burgers van landen in Europa. De Verlichting zette ook door onder het Jodendom. Da Costa beschouwde dat als redelijk gunstig, maar hij zei wel dat er goede en slechte kanten aan zaten. (Als zoon van Bilderdijk die falikant tegen de Verlichting was.) Hij zag in ieder geval duidelijk in dat hiermee een totaal nieuwe periode aanbrak voor de Joden. En daarbij wist hij dat dit uit moest lopen op de bekering van dit verbondsvolk. Als wij hierbij betrekken dat het met onze Nederlandse volkskerk sinds die tijd helemaal niet goed meer gaat, maar gestaag bergafwaarts, dan vraagt deze ontwikkeling ons des te meer aandacht.

In het boek Israel en de Volken, 1848, richt Da Costa zijn kijker op het Joodse volk. En wij kunnen gerust aannemen dat hij dat doet om het volkisraelendevolken uit de brei der volken te lichten om het in het licht van de toekomst te plaatsen. De Heere zou immers op dat volk terug komen? De aandacht die hij vraagt voor de veranderende staat van Israel in zijn tijd is ook voor ons nog steeds actueel, bovendien lijkt het voor de kerk nodig om daarover eens grondig over na te denken. Misschien is het wel zijn belangrijkste boek dat hij heeft nagelaten ter lering, of misschien beter gezegd, ter terechtwijzing van de kerk. Alleen de titel al bepaalt ons bij een bijzonderheid, nl. dat Israel nog steeds een uniek volk is onder alle andere volken. Daarmee bepaalt hij de richting voor de kerk, o.a. door het herzien van de vervangingsleer. In tegenstelling daarmee heeft de volkskerk met Kuiper juist de verbonds visie exclusief toegeeigend en de vervangingsleer nieuw leven ingeblazen. En juist dat brak de kerk op in vele afscheidingen. De eerst zo levendige gereformeerde kerk was lauw geworden, wankelde en brokkelde af. Het was niet onbelangrijk om op de Joden te letten zoals Da Costa ons voorging.

Ondertussen bracht de nieuwe tijd onder de Joden een sterke ontwikkeling en het volk kwam op allerlei manieren tot leven. Vele Joodse geleerden kregen een voorname plaats in de maatschappij en droegen in niet geringe mate bij aan revolutionaire ontwikkelingen. Keerzijde was dat de assimilatie erg toenam. Maar wat Da Costa in beeld bracht zette door. De Joden herleefden als door een wederopstanding. Da Costa verheugde zich in de opmerkelijke meerdere bekeringen van Joden tot het Christendom, waarbij hij dan wel de Christus zelf op het oog had, die de Jood compleet maakte. Want zoals hij ergens zegt: het is wel vreemd dat een Jood zich nu moet bekeren tot een andere religie terwijl hij toch Joods is net als Jezus en de apostelen.

Veel rabbijnen waren net als orthodoxe Christenen niet blij met de Verlichting die toch een ondergraving was van het ware Godsvertrouwen. Een heel bijzondere ontwikkeling gebeurde er met de tweede wereldoorlog. De meest verschrikkelijke catastrofe brak aan voor de Joden die juist op weg waren naar een veelbelovende toekomst. Toen gebeurde er iets wat Da Costa wellicht niet had gedacht: De Joden werden niet (in het kielzog van Mozes Mendelssohn) tot het Christendom bekeerd, maar na de oorlog herstelde het rabbinale Jodendom zich in het orthodoxe (klassieke) Jodendom en men achtte de shoa het gevolg het niet houden van de wet, de Torah. Ondertussen had Israel wel door het voornamelijk liberale Jodendom een staat gekregen. Dit wordt over het algemeen door het rabbinaat wel als “een begin van de verlossing” aangeduid, maar voor veel Joden is dit niet hetgeen waar ze naar uitzien: het vrederijk.

Nu hebben vele getrouwe Joden het vertrouwen in de Torah weer volledig teruggekregen en is men verder van het Christendom af dan voor de oorlog. Er is een sterk geloof dat de Messias spoedig zal komen.

Da Costa heeft een lijn uitgezet die wij nu veel helderder zouden kunnen zien dan hij. Wat doen wij hier als kerk mee? Erkennen wij Israel als een apart volk? Letten wij op de ontwikkelingen van dit volk? En gezien het eigenaardige herstel van dat volk waarvan de eerste fases zichtbaar zijn, laat het ons niet onze gebreken zien? Is Israel in staat ons terug te brengen tot de ware Messias? De Jezus der schriften? Of zal de Heere Jezus zichzelf openbaren op een onmiddelijke wijze? Zullen wij Hem dan kennen?

Jos W.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s