In de gereformeerde gezindte wordt over het algemeen gedacht dat het alles in godsdienstig opzicht is zoals het is en zo blijft, en dat het einde van de wereld aanstaande is met de wederkomst van de Heere Jezus. Hierbij wordt een positieve toekomstverwachting gemist.
Jean Taffin (1528-1602) waarschuwt voor zo’n misplaatste toekomstverwachting:
“Hoe komt het dat mensen de profetieën, die spreken over de ondergang van de Paus en de stad Rome en de toekomstige bekering der Joden, maar half geloven? En omdat zij deze dingen maar half geloven, zo beven zij voor de antichrist en steken hun handen niet uit voor de roeping der Joden. Waar komt het anders vandaan dan dat zij ingenomen zijn met de gedachte dat de wereld op haar uiterste is en in haar laatste storm?” [1] Hij wijst op de volkomen uitroeiing van de antichrist en het volledig herstel van Israel.
Wat is er nodig voor de Christelijke kerk: Dat zij “gezuiverd” wordt van antichristelijke machten en van dood levend gemaakt wordt. Jean Taffin zegt:
Voorwaer het en is niet gelooflic/ dat de Joden immermeer tot de Christelicke Kercke soude connen bekeert worden/ ten sy dat sy te voren ghesuyvert sy vande Afgoderie. Nu/ wat is dese suyveringhe anders/ dan (by maniere van spreken) een overstellinge vande doot in het leven.
De zondigheid van kerk is een “groot beletsel van de bekeeringhe der Joden” [2]
Ook Koelman schreef dat eerst Babylon moest vallen op basis van openbaring 19:1. “Wanneer Babel gevallen is, wordt God de lof toegezongen in de Hebreeuwse taal – het Hallelujah – en dat is een teken dat het ‘Hebreeuwsche Volk’ dan de Heere Jezus Christus zal erkennen, samen met gelovigen uit de heidenen.” [3]
_____________
[1] Jean Taffin, Een clare uitlegginghe vanden Apocalypsis,1611, vertaald door Godefridus Udemans. Origineel citaat: “Van waer comet oock/ dat vele menschen maer ten halven en gelooven de Prophetien vanden ondergane vanden Paus ende van het rijcke der stadt Roomen, ende vande toecomende beroepinghe der Joden? En overmits sy dese dinghen maer ten halven en ghelooven/ so beven sy voor den Antichrist/ ende sy en bieden de handen niet eens tot de beroepinghe der Joden: Waer wt comt dit anders/ dan overmits sy te voren ingenomen zijn van dat gevoelen dat de Werelt is op hare uiterste Perck/ ende haren laetsten storm?”
[2] Jean Taffin, Een clare uitlegginghe vanden Apocalypsis,1611, vertaald door Godefridus Udemans. Zie Joden – Nadere Ref., op ‘t Hof
[3] Gans Israel, M. van Campen, p.168