J.C. Philpot (1802-1869) over de “de toekomstige omvang van de Middelaarsregering“:
Reeds in de aanvang gaven we uitdrukking aan ons vaste geloof, dat dit zal te boven gaan alles wat hierover ooit getuigt, gezien of geweten zal zijn. Te beweren, zoals sommigen nu doen, dat het heden de duizendjarige bedeling is, en dat we geen andere hebben te verwachten, is één van die teugelloze, onbesuisde, onschriftuurlijke verklaringen, die gaarne verwacht worden door mensen die het waarachtig en bijzonder Zoonschap van onze aanbiddelijke Heere loochenen. Kan dan niets hen bevredigen dan Jezus Zijn vele kronen te ontnemen? Openbaring 19:12. Eerst beroven zij Hem van Zijn dierbaarste en eeuwige kroon, dat Hij is “de Zoon van de Vader in waarheid en liefde” en nu willen zij een andere van Zijn hoofd stoten en willen niet toestaan dat alle volken Hem zullen zegenen, of ‘dat de ganse wereld vervuld worde met Zijn heerlijkheid’. Dat Christus zal regeren in een tot nog toe ongekende omvang, is zo duidelijk geopenbaard in het Woord der Waarheid, dat naar onze mening, niets dan het meest brute ongeloof of ingewortelde vooroordeel het kan loochenen. Of deze regering een Persoonlijke- of een geestelijke regering zal zijn, daarover zullen we niet spreken. Het is het onderwerp van veel twist geweest, en ons doel is niet omstreden vraagstukken te bespreken, maar om uit een gelovig hart, datgene voort te brengen, dat tot stichting dient, opdat het genade aan onze lezers mocht verlenen. [1]
Geen hart is van nature meer ongelovig dan hetwelk in ons eigen boezem klopt; maar we kunnen en durven ons niet verzetten tegen het getuigenis Gods, dat als het ware kracht op ons uitoefent naarmate we het heilig Blad onderzoeken. Wanneer we bijvoorbeeld zulk een getuigenis lezen als dit: “De aarde zal vol van de kennis des Heeren zijn, gelijk de wateren de bodem der zee bedekken”, Jesaja 11:9, dan vragen we onszelf af: “Zijn dit woorden van Hem, die niet liegen kan”? Zeker staan ze zó in het boek Gods. Maar zijn ze vervuld? Is de aarde op het huidig moment, zo vol van de kennis des Heeren, gelijk de wateren de bodem der zee bedekken? … Wie kan zeggen dat de kennis des Heeren, die kennis (waarvan Jezus zei dat zij is “het eeuwige leven”, Johannes 17:3) Engeland volledig bedekt, of een stad, of een huis, of een geheel gezin daarin? Dan moeten we, óf geloven aan de toekomstige vervulling van zulk een belofte, óf loochenen dat God meent wat Hij zegt. Zie dan hoe de zaak staat. Een zaak die ons meermalen tot het diepst van de ziel op de proef gesteld heeft. De onderwerping des geloofs, of de loochening des ongeloofs. Er is geen andere mogelijkheid. [2]
[1] Uit Philpot’s boek De Heere Jezus als de gekroonde Koning van Sion. Vermeld in de brochure Geschiedenis van de Verlossing, W. Westerbeke, Pag.30
[2] idem, pag.37
Een reactie op “Philpot over “de toekomstige Middelaarsregering””