Lezing St. Herleving Gebed voor Israël, Waddinxveen, woensdag 8 februari 2017
Geachte aanwezigen,
Als Jood getuigde de dichter en theoloog Isaäc Da Costa (1798-1860) van vervolging en smart. In navolging van Psalm 129.
Zij hebben, zegge Isrel, van ouds my gekweld,
Benaauwd van der jeugd aan, geploegd als een veld.
Toch hebben zy tegen my niet overmocht.
Maar rouw blijft mijn deel en mijn leed onbezocht.
Deze klacht, deze aanklacht heeft tot op heden niets aan schrijnende actualiteit verloren.
In Straatsburg sprak ik in het Europees Parlement jaren achtereen maandelijks met een gepensioneerd medicus van Joodse origine. Ik hoor hem nog zeggen: “Het antisemitisme in Europa is de normaalste zaak van de wereld geworden.”
Een vraag. Onderkennen wij als christenen ook in deze realiteit het gevaar van haar ‘normaliteit’?
Over deze prangende vraag publiceerde de Duitse antisemitisme-onderzoeker prof. Monika Schwarz-Friesel zomer 2016 een opinieartikel dat als een regelrechte aanklacht leest: “Wenn Antisemitismus normal wird”.
Directe aanleiding voor dit artikel vormde de rede die de Palestijnse leider Machmud Abbas eind juni 2016 in het Europees Parlement in Brussel hield. Machmud Abbas herhaalde de oude stereotiepe antisemitische leugen van de Joodse bronnenvergiftiger. Dit keer figureerden Israëlische rabbijnen als de kwade geesten die hun regering zouden hebben opgeroepen het water te vergiftigen om “Palestijnen te doden”.
Als aanwezig lid van het Europees Parlement was en ben ik nog steeds verbijsterd over het feit dat Machmud Abbas na zijn rede een staande ovatie kreeg. En EP-voorzitter Martin Schulz noemde de schandrede van Machmud Abbas zelfs nog “inspirerend”.
Wat is er “inspirerend” aan het verspreiden van klassieke Jodenhaat, nu toegepast op de Joodse Staat Israël, zo vraagt prof. Schwarz-Friesel zich volkomen terecht af. Hoe kan dat onverholen en zonder gevolgen openlijk gebeuren? Omdat, zo concludeert de Duitse wetenschapper, antisemitisch gedachtegoed in onze Europese samenleving weer ‘normaal’, weer ‘acceptabel’ is.
Zij eindigt haar bijdrage met een vraag die ons allen, en zeker christenen, direct aangaat: “Wer wird später sagen können oder behaupten wollen, man habe davon nichts gewusst?”
Dat brengt mij meteen bij mijn dagelijkse politieke verantwoordelijkheid: de bestrijding van antisemitisme op Europees niveau. Daarvoor is een doorlopende peiling van gebeurtenissen en gevoelens in de Joodse gemeenschappen in ons werelddeel een absolute voorwaarde. Zo ontmoette ik gistermiddag nog in Brussel een grote groep Joodse studenten uit alle Europese windstreken. Zo spreek ik regelmatig met rabbijnen in Brussel over hun wederwaardigheden. Hun verhalen, op mijn uitdrukkelijke verzoek, bevestigen de nieuwe ‘normaliteit’ van antisemitisme in Europa.
Hoe diep dat Joodse tijdgenoten kan raken, gaf die aangrijpende mail aan van een anonieme Duitse rabbijn aan de redactie van het weekblad “Die Zeit”. De rabbijn was gevraagd om te reageren op de toenemende bedreigingen aan het adres van de Joodse gemeenschappen in Duitsland.
De rabbijn wees het verzoek van de hand. Zijn hartstochtelijke verontschuldiging daarvoor en snijdende zelfkritiek confronteert ons met de ernst van de heersende ‘normaliteit’ van antisemitisme.
Vrees, angst weerhield deze anonieme rabbijn ervan persoonlijk stelling te nemen tegen de hem omringende Jodenhaat. De achtergrond? Ernstige dreigementen aan het adres van zijn familie: “Wir wissen, wo Ihre Tochter zur Schule geht…” Met als gevolg dat zijn dochter naar een andere school moest, waar niemand weet heeft van haar Joodse identiteit.
Indringend geeft de rabbijn zijn maatschappelijke situatie aan: “Am liebsten würde ich das alles herausschreien – aber das würde die Bedrohung ja gerade erhöhen, statt sie zu mindern. Öffentlichkeit schützt hier nicht – im Gegenteil.”
Wie zou deze rabbijn uit het Roergebied zijn anonimiteit ook maar kwalijk willen nemen? Hij beticht zichzelf notabene van “lafheid”, “karakterloosheid” omwille van het enige kind van hem en zijn echtgenote… Zijn roerende mail raakt en activeert mij als christen-politicus. “Blijf uw mond tegen het antisemitisme opendoen”, moedigde gistermiddag een Joodse studente nog eens aan.
Wie dat in ons land zeker en met verve doet, is de hoofdredacteur van het Nieuw Israëlitisch Weekblad, Esther Voet.
In het laatste nummer (3 februari 2017) van haar blad schreef Esther Voet een “open brief” aan Jacques Grishaver van het Nederlands Auschwitz Comité. In haar brief kritiseerde zij op scherpe wijze de speech die Grishaver zeer recent hield bij de landelijke Holocaustherdenking in Amsterdam.
Citaat: “Want laten we eerlijk zijn, Jacques, het is niet het rechts-extremisme waardoor er anno 2017 zwaarbewapende marechaussee voor onze Joodse scholen staat. Het is niet vanwege voetbalhooligans dat Joodse instellingen moeten worden bewaakt. Dat weet jij, dat weet ik. Dodelijk antisemitisme anno 2017 komt vanuit islamitische hoek.”
Deze constatering van Esther Voet –Dodelijk antisemitisme anno 2017 komt vanuit islamitische hoek- vinden we terug in de publicaties van serieuze, solide wetenschappers als wijlen prof. Robert Wistrich en prof. Bassam Tibi.
Uit het onderzoek van Wistrich blijkt dat islamisten (moslimfundamentalisten) er nooit een geheim van hebben gemaakt dat de religieuze dimensie van het conflict tussen moslims en Joden een centrale plaats inneemt. Met een beroep op hun profeet Mohammed spreken islamisten niet van een oorlog tussen Palestijnen en Zionisten (Israëli’s) of tussen Arabische staten en Israël, maar strikt van een oorlog tussen moslims en Joden waarbij geen compromis mogelijk is.
Inderdaad, geen compromis, conform de hadith ofwel uitspraak van Mohammed: “De Dag des Oordeels zal niet komen totdat de moslims de Joden bestrijden en de Joden zich achter stenen en bomen zullen verschuilen. De stenen en bomen zullen tegen de moslims zeggen: er is een Jood achter mij, kom en dood hem.”
Deze zienswijze ontlaadde zich zomer 2014 tijdens pro-Palestijnse massabetogingen in ware belegeringen en brandbomaanslagen op verscheidene synagoges in het centrum van Parijs en haar voorsteden. Daarbij klonken leuzen als “Hitler had gelijk”, “Slacht de Joden af” en “Dood aan de Joden”.
De constante demonisering van het Joodse volk en de Joodse staat in de Arabische politieke en vooral niet te vergeten theologische discours, inclusief de permanente Palestijnse hetze, miste haar uitwerking niet op de inmiddels meer dan 30 miljoen moslimimmigranten die Europa tegenwoordig telt.
Wistrich wijst ook op de immense invloed van de prominente islamistische prediker Sheikh Yusuf al-Qaradawi via zijn wekelijkse televisieprogramma op Al-Jazeera. Dit vooraanstaande lid van de islamitische schriftgeleerden heeft altijd opgeroepen tot de volledige uitroeiing van de Joden. Zo bad hij openlijk: “O, Allah, tel hun aantal en dood ze, tot op de allerlaatste toe.”
Tijdens de eerste Gaza-oorlog tussen Israël en de Palestijnse terreurbeweging Hamas, op 28 januari 2009, verklaarde al-Qaradawi: “Door heel de geschiedenis heen heeft Allah mensen opgelegd aan de Joden die hen moesten straffen voor hun verdorvenheid… De laatste bestraffing werd voltrokken door Hitler. Bij alles wat Hitler deed met de Joden –hoewel dat zelfs wordt overdreven- slaagde hij erin ze op hun plaats/nummer te zetten. Dit was een goddelijke bestraffing voor hen… Als Allah het wil, gebeurt dat de volgende keer door de handen van de gelovigen.”
Als het gaat om islami(s)tisch antisemitisme is professor Bassam Tibi uit de Duitse universiteitsstad Göttingen zowel ervaringsdeskundige als wetenschappelijk expert.
Bassam Tibi is in Syrië, de hoofdstad Damascus, geboren en woont al 54 jaar in Duitsland. Over zijn jeugd vertelt Tibi in een recent interview: “Op school hoorde ik elke dag dat de Joden samenzweerders waren, vijanden van de Arabieren. Dat was de achtergrondmuziek van mijn kinderjaren.”
Naar zijn eigen woorden kwam professor Tibi als een Jodenhater naar Duitsland. Waarop hij de geladen zin laat volgen: “De meeste Syriërs zijn antisemieten.” Vanwege deze anti-Joodse Arabische cultuur.
Twee Joodse leermeesters in Duitsland hielpen Tibi van zijn antisemitische instelling af. Hij reisde naar Israël en erkende openlijk het recht van het Joodse volk op een eigen staat. “In Syrië gold ik daarom als een landverrader”, vertelt hij.
Door zijn Syrische achtergrond valt het Bassam Tibi makkelijk om gesprekken aan te gaan met Syrische vluchtelingen in Duitsland. Zo hoort hij veel meer dan de Duitse autoriteiten. En niet zij zijn het voorwerp van kritiek van ontstemde of ontgoochelde vluchtelingen. Nee, “Die Juden sind schuld.” Omdat bijvoorbeeld de asielprocedure zo lang voortsleept of omdat het stadsbestuur weigert een auto te kopen voor een erkende asielzoeker… Kortom: “Göttingen wordt zoals Duitsland door Joden geregeerd die tegen de islam zijn.”
Op 22 september 2016 publiceerde Bassam Tibi een artikel in de Zwitserse pers onder de titel “Zugewanderter Judenhass” ofwel “Binnengekomen Jodenhaat”. Op basis van jarenlang wetenschappelijk onderzoek in de VS stelt Tibi dat “het gevaarlijkste antisemitisme dat vandaag gedijt uit de wereld van de islam komt.” En, zo gaat hij verder: “Deze Jodenhaat komt vooral met de islamitische vluchtelingen als een grote last naar Europa.”
Deze situatie brengt Bassam Tibi tot twee cruciale vragen aan de Duitse politiek: Geldt de “Willkommenskultur” ook voor dit geïmporteerde islamitisch antisemitisme?/Geldt de Duitse verzekering van “Nie wieder” (Nooit weer) tegenover het nazi-verleden evenzeer als verplichting voor de moslimbevolking van Duitsland? Let wel, Duitsland telt momenteel zes miljoen moslims.
Veel Duitsers ontwijken Tibi’s heldere vragen. Sterker nog, islamitisch antisemitisme wordt geduld, zelfs gerechtvaardigd uit respect voor de islam en andere culturen… Je reinste huichelarij, oordeelt Bassam Tibi. Ik val hem daarin helemaal bij.
Op nog een actueel thema haakt Bassam Tibi in: “Heutige Deutsche beleidigen deutsche Juden, wenn sie islamistische Flüchtlinge und jüdische Naziopfer dadurch auf die gleiche Stufe setzen. Das ist eine grobe und bösartige “falsche Parallelle”. Die Gleichsetzung von heutigen muslimischen Migranten und jüdischen Naziopfern von damals ist skandalös und muss zurückgewiesen werden.” Trouw-columnist Ephimenco uitte zich dezer dagen in gelijke zin onder de sprekende kop: Geschiedvervalsing.
Nog één keer terug naar de moedige stellingname van Esther Voet: Dodelijk antisemitisme anno 2017 komt vanuit islamitische hoek. Bedenken wij hierbij dat Joden in de koran ondubbelzinnig “de zonen van apen en zwijnen” heten. Binnen dit religieuze systeem zijn de Joden onherroepelijk vervloekt. Zij zijn de ongelovigen die gebukt gaan onder Allahs toorn, permanent veroordeeld tot “vernedering en armoede”.
Dit islamitisch antisemitisme ondervond een Brusselse rabbijn onlangs nog aan den lijve toen hij publiekelijk door een voorbijganger luidkeels voor “varken” en “hond” werd uitgescholden.
Van Christusbelijders vraagt de strijd tegen de ‘normaliteit’ van antisemitisme in Europa, in Nederland, een rechte rug, gestut door het gebed tot Israëls God. En dat in navolging van Isaäc Da Costa. Want na diens klacht als Jood over vervolging en smart, wijst Da Costa naar Christus, evenzeer de Verlosser van Israël:
Neen, antwoordt het Gods Woord, dat nimmer vergaat,
Niet altijd blijft Isrel der volkeren smaad.
Voor hem bad zijn Koning aan ’t smadelijk kruis.
Haast komt de Verlosser tot Israëls huis.
Ik dank u voor uw aandacht!
Drs. B. Belder, lid Europees Parlement voor SGP, commissie buitenlandse zaken, vice-voorzitter delegatie betrekkingen EU-Israël.